Monniken en ridders (500-1000)

AL HET ONDERSTAANDE MOET JE TEN MINSTE OVER DIT TIJDVAK WETEN

KA: De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van een agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.

Knipsel domein
Vereenvoudigde weergave van een domein.

Nadat het West-Romeinse Rijk ten val kwam begonnen de middeleeuwen. Weet daarover zeker dit…: * mensen verlieten de steden en trokken naar het platteland, omdat Romeinse soldaten het rijk niet langer konden beveiligen tegen strijdlustige Germaanse koningen * de agrarisch-urbane cultuur (landbouw-stedelijke samenleving) van de oudheid maakte daardoor plaats voor de agrarische cultuur (landbouwsamenleving) van de vroege middeleeuwen * het economisch centrum van deze agrarische cultuur werd het domein, een groot stuk grond, in het bezit van de adel of hoge geestelijkheid (bisschoppen en abten) waarop mensen min of meer autarkisch (zelfvoorzienend) leefden, min of meer zonder geldverkeer * op het domein woonden en werkten horigen die zonder toestemming van hun heer het domein niet mochten verlaten, herendiensten moesten verrichten als zaaien en oogsten, van de eigen oogst een deel aan de heer moesten afstaan, als betaling voor de gebruiksrechten van het land waarop zij woonden. LET OP…: dit economisch systeem noemen we het hofstelsel.

KA: De verspreiding van het christendom in geheel Europa

Het christendom groeide in middeleeuws Europa uit tot de overheersende godsdienst. Dat lukte hoofdzakelijk op twee manieren.

Manier 1: heersers als Clovis.

Knipsel Clovis
De doop van Clovis, Franse miniatuur 14 eeuw.

Clovis (ca. 466 -511) was de koning van een grote groep Germanen, die Franken werden genoemd. Hij bekeerde zich tot het katholieke christendom door zich te laten dopen. Dat was gunstig voor hem omdat hij nu kon samenwerken met bisschoppen en monniken met veel bestuurlijke ervaring én omdat de bisschoppen de zegen van God over de koning uitspraken, wat een bijzondere status gaf. Andersom was voor de bisschoppen samenwerking met de Franken belangrijk voor militaire bescherming in deze onveilige tijden. Mét Clovis werden de Franken christelijk. Verschillende heidense koningen volgden zijn voorbeeld.

Manier 2: monniken.

Knipsel Willibrord.PNG
Willibrord (afbeelding rond 1000)

Monniken behoorden tot de elite van de samenleving. Zij bekeerden heidenen tot het christendom (kerstening) en worden daarom missionarissen genoemd. Bij ons deden monniken als Willibrord (658 – 739) en Bonifatius (ca. 672 – 754) dit werk, zij kwamen met dit doel uit Ierland en Engeland naar Nederland. Zij probeerden vaak eerst leiders te bekeren, want dan zou de rest wel volgen. Het kloosterleven dat zij leidden maakte grote indruk op mensen van adel. De adel schonk land aan kloosters, waardoor kloosters zich ontwikkelden tot grootgrondbezitters en een rol gingen spelen in het leenstelsel en het hofstelsel. Monniken en andere geestelijken waren vaak de enigen die konden lezen en schrijven.

VOORBEELD bij tijdvak: Karolingische cultuur en missionering

BRONOPDRACHT: De bekering van Clovis

Eerste afbeelding Nederlanders ooit!

KA: Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Een belangrijk kenmerk van de middeleeuwen was het leenstelsel (feodale stelsel), dat ontstond tussen 500 en 1000. LET OP…! Dit stelsel hield in dat in ruil voor militaire en bestuurlijke diensten een stuk land in leen werd gegeven door middel van de eed van trouw. Trouw was in de middeleeuwen bijzonder belangrijk. Hoe valt het ontstaan van het leenstelsel te verklaren?

Knipsel eed van trouw Sachsenspiegel (14e eeuw)
Eed van trouw (Sachsenspiegel, 14e eeuw). Let vooral op de handen onder de S.

Weet dit…: 1. De koning of legeraanvoerder had bij het voeren van oorlog hulp nodig. Deze hulp kreeg hij van vertrouwelingen en de band van vertrouwen werd bevestigd in een ritueel, de zogenaamde eed van trouw. De strijder knielde met gevouwen handen voor de legeraanvoerder of koning, terwijl deze zijn handen daaromheen legde. De strijder werd hiermee vazal.

2. De Frankische vorst Karel Martel (ca.690-741) verbond aan de eed van trouw het belenen van de vazal met een stuk grond. Waarom? Hij maakte gebruik van een ruiterij. Het onderhoud van een paard en de aanschaf van bijpassende wapens en harnas waren kostbaar, dus gaf Karel Martel zijn ruiters land in leen. Daarmee werd hij leenheer en zijn ruiters leenman. Het leenstelsel heeft dus een militaire oorsprong. Karel betaalde zijn ruiterij met grond, want de geldeconomie bestond niet meer. De leenmannen groeiden uit tot miles, het Latijnse woord voor ridder.

Knipsel rijk Karel de Grote.PNG
Het rijk van Karel de Grote.

3. Karel de Grote (768-814), de kleinzoon van Karel Martel, ging nog een stap verder. Hij koppelde het leenstelsel aan het bestuur. In het grote gebied dat hij veroverde, maakte hij hoge bestuurders (graven en hertogen) tot leenmannen. Zij kregen bijvoorbeeld de taak om recht te spreken (klik hier voor een prachtig voorbeeld van Germaans recht). Hij stimuleerde hen om delen van het grondgebied dat zij in leen kregen (zogenaamde gouwen) ook weer uit te lenen. Er waren nu leenheren, leenmannen en achterleenmannen. Een leenman had de plicht om zijn leenheer niet alleen militaire maar ook bestuurlijke diensten te verlenen. Graven en hertogen behoorden tot de hoge adel, achterleenmannen meestal tot de lagere adel.

KA: het ontstaan en de verspreiding van de islam

Knipsel kaart islamitisch rijk
De verspreiding van de islam rond 750.

Net als het jodendom en christendom is de islam ook een monotheïstische religie, alleen  ontstond zij pas later, onder leiding van Mohammed.

Weet over de islam dat…: * het ook een heilig boek heeft, namelijk de Koran, waarvan een deel overeen komt met de Bijbel * in de Koran Allah de alwetende God is en Mohammed (ca. 570 – 632) zijn profeet – profeet betekent boodschapper van God * voor moslims Mozes, Abraham en Isa (Jezus) ook belangrijke profeten zijn, maar dat Mohammed de meest volmaakte profeet is * Mohammed afkomstig was uit Mekka in Saudi-Arabië, hij de heidense Arabieren tot de islam bekeerde en op het gebied van politieke en militaire organisatie zeer bekwaam was * Mohammed er de laatste twee jaar van zijn leven in slaagde om de elkaar bestrijdende Arabische stammen te verenigen in naam van één geloof.

Weet ook…: 1. Na zijn dood kreeg Mohammed een opvolger (kalief). Het bestuur door een kalief wordt een ‘kalifaat’ genoemd. Er waren twee machtige kalifaten: het kalifaat der Omajjaden en daarna het kalifaat der Abassieden.

 2. Mohammed zelf leidde al de eerste aanvallen op het Byzantijnse Rijk, na zijn dood veroverden zijn opvolgers in hoog tempo een groot rijk. Mensen in dit rijk waren niet verplicht islamitisch te worden en mochten hun eigen geloof belijden. Wel moesten niet-moslims een speciale belasting betalen. Spanje viel ook binnen het rijk.

Knipsel
Fragment van de rotskoepel in Jeruzalem (tijd der Omajjaden).

3. Vanaf 700 kwam het islamitisch karakter van de samenleving steeds nadrukkelijker naar voren, wat onder meer blijkt uit de invoering van een islamitische munt, het Arabisch als taal van bestuur en wetenschap, waarvoor een buitengewone belangstelling bestond. Het werk van Griekse wetenschappers werd naar het Arabisch vertaald en door Arabische wetenschappers voortgezet.

AL HET BOVENSTAANDE MOET JE TEN MINSTE OVER DIT TIJDVAK WETEN

INTERESSANTE INFORMATIE!

 

3 gedachten over “Monniken en ridders (500-1000)

Plaats een reactie